Op een ochtend in 1664 legt meester-schilder Johannes Vermeer
met een klap zijn penseel neer en pakt een ganzenveer.Mijn blauwe verf is op, schrijft hij. Mijn blauw!
Ik heb dringend nieuwe voorraad nodig. Kom gauw!
Korte inhoud
“Een meisje loopt gehaast door Delft. Ze heeft verschillende pakketjes bij zich die ze moet bezorgen. Brieven, een gitaarsnaar… en een stukje blauwe steen. Lapis lazuli heet die. Hij is voor de meesterschilder Johannes Vermeer. Die maakt er blauwe verf van: ultramarijn. Die is ongelooflijk duur, duurder dan goud. Even twijfelt ze. Haar broertjes en zusjes hebben honger. Zal ze het steentje verkopen…? Maar als ze eenmaal bij meneer Vermeer heeft aangeklopt, heeft hij een bijzonder verzoek aan haar.” Continue reading