Met een zucht nam ik een hap van mijn roggebrood. Het was droog. Veel te droog om te kauwen en al helemaal om door te slikken. Het smaakte naar ons leven. Hopeloos.
Korte inhoud
“Het leven van Hens is zwaar: net als zijn vader, moeder en zus werkt hij van vroeg tot laat in de smerige, gevaarlijke fabriek voor een hongerloon. Een leven waar je een zwavelstokjesgevoel bij krijgt. Het enige lichtpuntje is Walm, zijn broertje dat niet helemaal met de rest kan meekomen. Vrolijk, maar ook lastig als je uit het zicht van de fabrieksopzichters wilt blijven – vooral als je vergeet hem op tijd naar de wc te brengen.
Op een ochtend heeft Hens er genoeg van. Hij loopt weg. Alleen loopt Walm achter hem aan en sluit er zich al snel een lastig, eigenwijs meisje bij hen aan, dat luistert naar de merkwaardige naam Vijf. Zij heeft gehoord van een land waar alles veel mooier is, en bij gebrek aan beter gaan ze met z’n drieën op weg…” Continue reading