Voor de “AKLM” van Sandra zou ik deze maand een klassieker uit de kast trekken. Ik had gehoopt tijd te hebben voor Pride & Prejudice, maar dat lukte helaas niet dus is het een wat dunner boek geworden: Winnie de Poeh van A.A. Milne. Niet een moderne versie, maar de hervertelling van Nienke van Hichtum uit 1929 (Winnie the Pooh verscheen voor het eerst in 1926) met de originele illustraties van E.H. Shepard, verschenen bij Uitgeverij Van Goor.
Al zo lang ik me kan herinneren ben ik gek op Winnie de Poeh. Ik heb veel Winnie (gerelateerde) boeken en een enorme verzameling knuffels. De meesten zullen Winnie kennen als de gezellige dikke gele beer met het rode t-shirtje van Disney, maar de originele versie van E.H. Shepard heeft geen shirtje aan en is een wat realistischere beer. Ook de oorspronkelijke Knorretje, Konijn, Iejoor en de andere vriendjes zijn wat natuurgetrouwer. Ik vind beide prachtig, maar kan me voorstellen dat de knuffeligere modernere versie kinderen meer aanspreekt.
Hetzelfde geldt eigenlijk voor het verhaal; zowel de klassieke versie als de modernere versie zijn heerlijke fantasierijke verhalen om te lezen. Maar de klassieke versie is denk ik niet erg aansprekend voor de kinderen van nu. Het staat vol ouderwets taalgebruik en is daardoor soms moeilijk te begrijpen voor kleintjes. Maar de “Malle ouwe Beer” met het “Héél Kleine Beetje Verstand” is en blijft zijn aandoenlijke zelf. De vrolijke en humoristische verhalen van Winnie en zijn vrienden; angstige Knorretje, wijze Uil, sombere Iejoor, knorrige Konijn, lieve Kanga, kleine Roe en natuurlijk zijn grootste vriend: Janneman Robinson, zullen ongetwijfeld nog vele generaties blijven doorleven.
“’O Beer,’zei Janneman Robinson, ‘wat houd ik toch een boel van je!’
‘En ik van jou,’ zei Poeh.”