Moes wil iets terugzeggen maar op dat moment gaat de voordeur van het middelste huis open. Een kletsnatte buurman stormt naar buiten.
‘Rennen!’ brult Boele. En dat doen ze, alle vier. Zo hard als ze kunnen.
De hele weg naar de flat.
Korte inhoud
“Boele woont met zijn moeder op de bovenste etage van een flat van tien verdiepingen. Boele vindt het er geweldig! Zijn beste vriend Moes woont er ook, en op bijna iedere verdieping is wel een vriend of een vriendin te vinden. In de flat hoeft hij zich dus nooit te vervelen.
Als Boele’s moeder besluit om opa in huis te nemen, vindt Boele dat eerst helemaal niet leuk. Opa zit in een rolstoel en is altijd chagrijnig. Maar hij blijkt wel heel veel van dieren te weten, en dat komt goed uit als Boele een gewonde meeuw en jonge katjes vindt.” Continue reading