Samenvatting

Men zei dat je te werk werd gesteld. Isaac wist wel beter. […]
Hij keek nog een keer achterom.
‘Mama…’
Hij sprong.

Den Haag, 1942: De Joodse Isaac Cohen (16) wordt samen met zijn moeder opgehaald voor deportatie naar Westerbork. Hij weet uit de trein te springen en vlucht. Via Piet, die bij het verzet zit, lukt het hem om onder te duiken. Isaac zal alles wat hij meemaakt tijdens de oorlogsjaren altijd met zich blijven meedragen.

Amsterdam, 1995: Rivka Cohen is beginnend redacteur als ze advocaat Daniel Rubinstein ontmoet. Ze weet dat ze deze man, ook al is hij veel ouder dan zij, nogmaals moet zien, dus ze regelt een interview met hem. Ook Daniel is Joods, wat meteen al een band schept. Ze hebben het gevoel dat ze voor elkaar gemaakt zijn, maar: Daniel is getrouwd en Rivka lijkt zichzelf geen geluk te gunnen. Ook een relatie met lieve Alex lijkt er niet in te zitten.
De band met haar vader Isaac was altijd sterk, maar naarmate hij ouder wordt, wordt hij steeds onmogelijker om mee om te gaan. Continue reading →